zaterdag 19 januari 2019

Chapter 7: Hospitality in Madrid


From the 28th of December till the 1st of January we joined the 41st European Youth Meeting of Taizé, in Madrid. Every year, between Christmas and New Year, the brothers of Taizé are invited to spend these days in one of the major European cities. Together with the brothers, thousands of young pilgrims, like us, from all over the world come together to pray in this city. The pilgrims are welcomed in the different churches and sleep these days at a host family. 
Even though we’re not in a monastery, we join the brothers in prayer three times a day. In the mornings in our host church; in the afternoon in several of the major cathedrals of the Madrid and in the night everyone together in a huge conference center, IFEMA.

We could join the meeting two days earlier, to help with all the preparations. Gideon joined in the choir to prepare and practice the songs; and Irma helped one of the host parishes, Nuestra Señora de Sagrada Corazon, to prepare the welcome together with Lukas from Germany and Manolo, the priest of this parish. Because we worked in two different teams, we were also assigned to two different host parishes and families, which meant that we would suddenly have a lot less time to be together the coming days.
Gideon was welcomed by Theresa, an elderly woman, and her brother, Javier. Even though they didn’t have a lot of space, they invited Gideon in. Because, it only takes 2 m² to host a person.
Together with Lukas, Irma was welcomed at the home of Juan Pedro and Silvia, and their kids Paco and Pablo. This family was very welcoming and we enjoyed our time together. For them, this meeting was the first time they got in contact with the community of Taizé and they were very interested in our experiences. They also went to the prayers a few times.

We were very happy to see some familiar faces again. One of them is Lukas, who we met last November. He is now volunteering in Taizé for a longer time and during this meeting he worked really hard for food distribution. Thus we didn’t see him long, but promised to give him a hug every day that we saw him, to make his work more pleasant. We spend most time with Kim, from the UK and Yasha, from Ukraine, two girls that Gideon met in choir different years. They also came earlier to join the choir this time and from the first day when we introduced them to each other, it was nice to be together. It was great for Irma to get to know them and for Gideon to get to know them better. During a week in Taizé it’s easy to connect to people, but during this time in Madrid we really got to share more about our life stories. In the beginning they were people we liked, but a precious friendship blossomed after this week. These meetings are also a good place to meet new people, and our days in Madrdid wouldn’t be complete without meeting Miriam, a German girl from Australia who is currently living in The Netherlands. Together with Kim and Yasha, the five of us often ate together and we had a good time together. Miriam also sung in the choir.
At a certain point everyone left for the choir and Irma didn’t want to say goodbye already. Kim said that it would probably not be a problem to sit together. We talked a bit more about singing and how to learn it, and Kim convinced Irma to stay in the choir to see what it was like. Irma loves singing, but doesn’t know how to. For Irma this moment was really special, to be able to learn how to sing and get more confidence in it. During one of the songs she heard how her voice mixed with the other voices and the instruments, and it touched her that her voice contributed to the beautiful song.
Of the many beautiful moments that we had, we want to share with you how we celebrated New Year’s Eve. This evening started with the last evening prayer in IFEMA. At the last prayer, the city where next year’s European meeting will be revealed: Wrocław in Poland. So all the Polish people went completely crazy.
After this prayer we went back to the parish where we were hosted. Gideon was hosted in a different parish, but for this evening he went with Irma to her parish. Around eleven o’clock we held a prayer for peace in the world. One of the ladies of the parish was so exited that there would be so many young people and she invited an elderly woman to join in the prayer. This was a beautiful way to live towards the new year.
According to Spanish tradition, on the strokes of midnight, we all ate 12 grapes, one every stroke. Manolo prepared about 100 cups of grapes for us. 12 grapes signifies 12 months of good luck in the coming year. Then it was time for a party. All the countries present in our parish presented a song, dance or piece of theater, typical for their country. So we had Polish folk dances, and Portuguese songs and even Egyptian music.
The next morning we celebrated a very special New Year’s mass. Before the mass, we had an interesting presentation and discussion about welcoming immigrants in Europe by an organisation called Karibu (Welcome). The people from this organisations, from different countries in Africa formed a choir together. So the mass was a collaboration of the parish, the pilgrims of Taizé and the choir. Which ended in a lot of singing, clapping and dancing.

In the speeches of Fr. Alois, the prior of Taizé, the returning theme was hospitality, the difficulties and limits of hospitality, but at the same time the blessing that hospitality can bring for everyone involved. And we experienced this blessing of hospitality during our stay in Madrid. We were welcomed by people that gave up a bit of their comfort and found joy in hosting us. Together with young people from all over Europe, we thought about the question, would we welcome people like we are welcomed here. And we would like to let you think about the same question:
Would you welcome pilgrims like we were welcomed?

zaterdag 12 januari 2019

Interlude: Verhaal van de 2 koningen


Er waren eens twee koningen in een land hier ver vandaan. Ze hadden een droom gezien over een ster; een rijzende ster, die schiet hemelhoog. Ze gingen op weg om de ster te volgen. Zo reisden ze van dorp tot dorp, van stad tot stad, door landen en over bergen.

De droom ging als volgt:
Er lag duisternis over de aarde,
Toen hoorde ik een stem die zei:
‘Er moet licht komen’
en ik zag dat er licht kwam.
Van over de horizon rees een ster
die verlichtte heel de hemel.
En ik vroeg ‘wat is dit licht?’

Weer hoorde ik een stem die zei:
‘Ik ben het licht voor de wereld’
Toen zag ik een man,
met kleren als de zon
En overal waar hij liep
groeide het licht als rijpe aren,
die de bergen vulden.

‘Daniël, Daniël’ riep de jongste van de twee koningen, ‘wat ik nu toch heb gedroomd.’ Hij rende door de grote hal van het paleis naar de ontbijtzaal, waar zijn broer rustig de krant aan het lezen was. ‘Wat is er, Jozef?’
‘Ik had een fantastische droom! Eerst was het helemaal duister, maar toen kwam er licht en dat was een ster, maar eigenlijk was het…’
‘Een man, en overal waar hij liep groeide het licht.’ vulde Daniël aan. ‘Ik geloof dat we vannacht dezelfde droom gezien hebben’.
De beide koningen waren gegrepen door de droom en besloten naar de grote bibliotheek te gaan om in de geschriften te zoeken naar de betekenis ervan. Ze lazen wat ze konden vinden over licht en sterren, tot ze ontdekte wie de man uit hun droom was. Ze zagen het beeld nog heel helder voor zich, daar liep hij langs de rivier en langs de bergen, en overal waar hij ging, kwam het licht uit de aarde omhoog. Er groeide een verlangen in hen om te lopen waar hij gelopen had, te gaan waar hij gegaan was. Ze pakte de landkaart erbij en lazen de verhalen erop na. ‘Emmaüs, daar is hij geweest, daar moeten we heen.’ En zo begon hun pelgrimstocht.

De eerste dagen van hun reis was het licht ver te zoeken. Ze ploeterden door de bossen en ze leken maar niet verder te komen. Soms dachten ze licht te zien, maar bleken het vuurvliegjes of dwaallichtjes te zijn. Zelfs het licht van de sterren was door de bladeren bedekt. ‘We volgen toch de Weg? Waarom is het dan allemaal zo duister?’ vroeg Jozef, terwijl hem de moed haast in de schoenen zakte. ‘Kom op, broertje, als we het vinden is dit het allemaal waard. Ik wil die gouden aren met eigen ogen zien.’ Zo hielp Daniël zijn broer weer overeind, en ploeterden ze verder.Toen ze die nacht het bos uitliepen zagen ze het: Emmaüs, het verlichtte klooster boven op de berg. Het was nog te ver om er die nacht heen te lopen, maar de aanblik van deze schoonheid vulde hen met vreugde. Ze zochten een mooie open plek en zetten hun tent op. ‘Oh, kijk de sterren’ zei Jozef. ‘Ja, ja’ reageerde Daniël die druk bezig was met de laatste haringen. ‘Nee serieus, kijk omhoog.’ Daniël keek en zag wat Jozef bedoelde. Het waren er zo veel en zo helder, ze zagen zelfs de Melkweg. ‘En morgen’ zeiden de broers tegen elkaar, ‘morgen gaan we de Ster uit onze droom zien. Die is nog helderder dan deze sterren’  

Het was op een zonnige woensdag dat de twee koningen in Emmaüs aankwamen. De klokken luidden, tijd om naar de kerk te gaan. De zusters van het klooster hielden hun dagelijkse middaggebed en de reizigers deden mee.
Na het gebed groetten een aantal van de zusters hen hartelijk en maakten de koningen het zich gemakkelijk op het plein voor de kerk. Ze keken wat rond, zagen het klooster en een paar pelgrims en wat zusters rondlopen. Een van de zusters ondersteunde een oude man, terwijl ze samen naar de eetzaal liepen. Een tijdje hing er een stilte tussen de twee broers in, totdat Jozef zei: ‘Dus, is dit het?’ Daarop had Daniël geen antwoord.
Hij dacht bij zichzelf: Ik had er inderdaad ook meer van verwacht, het klooster is wel mooi, maar eenvoudig. En de zusters zijn wel aardig, maar zulke gewone mensen. Toch heb ik het gevoel dat we hier moeten zijn.
Uiteindelijk antwoorde Daniël: ‘Laten we aan de zusters vragen of we hier nog een paar dagen kunnen blijven, als het uiteindelijk toch niet is wat we zochten, gaan we weer terug naar huis.’
Zo bleven ze enkele dagen in en rondom het klooster, ze spraken met de zusters en pelgrims, en deden mee aan de getijdegebeden. Ze bekeken alle schilderijen aan de muren aandachtig, maar er was niets wat hen verder leidde.

Een van de oudere zusters uit het klooster, zuster Ruth, had hen zo al een aantal dagen bezig gezien. En toen de koningen op de laatste dag zo verslagen uit hun ogen keken, liep ze op hen af en vroeg ze: ‘Wat heeft jullie eigenlijk hier gebracht? Waar zijn jullie naar op zoek?’
Ze vertelden haar van de droom die ze beiden gezien hadden, van het licht en de man. ‘Dat is wat we zoeken. Deze man waar we over gedroomd hebben is hier in Emmaüs geweest en we hadden gehoopt hier iets van dat licht wat hij bracht terug te vinden.’ Er verscheen een twinkeling in haar ogen. ‘Ik denk dat jullie iets over het hoofd gezien hebben. Er is een plek die ik jullie wil laten zien.’ De koningen werden nieuwsgierig en volgden haar door het klooster heen.
‘Die man die jullie zagen’ vertelde zuster Ruth, ‘Hij heeft mij ook hierheen geleid. Hij is wat ons allemaal verbindt hier in Emmaüs en onze reden om te doen wat we doen. Ik volg hem ook.’ Terwijl ze zo vertelde liepen ze door een poort en kwamen in een prachtige tuin die uitkeek over de vallei en de bossen die rondom het klooster liggen.
Zuster Ruth vervolgde: ‘Het gaat niet om de plek waar hij geweest is, de grond die hij heeft aangeraakt. Het gaat om de mensen die hij heeft aangeraakt. Als je hem wilt volgen kun je het beste doen wat hij deed. Wat deed hij in jullie droom?’
Ze dachten diep na en toen zagen ze het duidelijk voor zich. In hun droom liep hij en langs de weg waren mensen, hij hielp hen overeind. Een van hen liep kreupel, maar toen hij hem aanraakte genas hij. En wanneer hij dat deed werd het licht.
‘Als je hem wilt volgen kun je het beste doen wat hij deed’ had de zuster Ruth gezegd. De broers dachten terug aan de zuster die een man ondersteunde terwijl hij naar de eetzaal liep, en ze zagen het licht. Opeens werden hun ogen geopend en zagen ze dat de berg waarop het klooster stond omringd was door gouden korenvelden.

Er waren eens twee koningen in een land hier ver vandaan. Ze hadden een droom gezien over een ster; een rijzende ster, die schiet hemelhoog. Ze gingen op weg om de ster te volgen. Zo reisden ze van dorp tot dorp, van stad tot stad, door landen en over bergen. Overal waar ze kwamen deden ze wat hij deed, en het licht groeide als rijpe aren, die de bergen vulden.

vrijdag 4 januari 2019

Chapter 6: Ora et Labora


The idea of our journey started when we were dreaming together about our future and what we want to do with our lives. One thing is sure, we want to work and live for God. We decided to travel around Europe to meet the different missionaries we know, for they are people that dedicate their life to work for Gods kingdom. After the different work-away projects we had in France and Spain, we finally arrived at the first pair of missionaries, Wilfred (Guillermo) and Marisa. For 15 years, they live in Spain where they helped building evangelical church communities in Onda and later in l’Alcora.


We were welcomed very kindly in the warm home of Andresa, a Brazilian mom, and her two kids, Andrés and Estaban. With Estaban we played many games, all in Spanish off course. Andrés on the other hand watches many videos on his tablet, where he has his own world, but he also shared some interesting videos with us. It was nice to be part of this family for the time we were there. 
To share some of the Dutch culture we baked pannenkoeken, and another day we were enjoying the Spanish sun together when we invited people over for a barbecue.

The first Sunday we went to church where we had the privilege to witness the baptism of one of the new members of the church. Each Sunday we had two services, one in Onda and one in l’Alcora, so after one Sunday we got to meet a lot of new people. Some of them kindly invited us for dinner. The following week we got to eat with the pastors of the different churches and other amazing people. This made us feel very welcome.

After the first service a lady, Silvia, asked us to pray for her. It was very good to pray together, it meant much for us that she expressed her confidence in us by asking for prayer, and it meant much for her that we could listen to her story and bring her struggles before God.
The next day she invited us to come to her house in the countryside to eat and pray together. It was her dream that this house could one day be a sanctuary for Christians, who come together and share their faith, joy and dreams. That day we already fulfilled part of this dream, we sang, prayed and ate, and so a new chapter in the Tales of Gods Kingdom was written.

Next to eating and talking with people we also worked a bit. Marisa does voluntary work at Provida, a organisation that helps women who are pregnant or have children but have a difficult time to provide for their needs. So we helped with wrapping Christmas presents (which are by the way often given during the feast of Three Kings (6th of January) here in Spain), and with sorting out shoes for the small children.
We also helped with an out reach project in Bennicassim (a village at the beach, were a lot of elderly people from the North-west of Europe come). Together with missionaries form Germany, Armenia and Latin-America we shared the stories of Christmas and of our Journey with God with the people in the streets.

Our time in Onda and l’Alcora ended with two Christmas celebrations. In Onda we had a Christmas service where Gideon joined the worship team by playing cajon and piano. The children prepared a wonderful Christmas musical, where they played the different characters of the Christmas story, alternated by some songs. After the service we had a great diner together.
Christmas Eve we celebrated in l’Alcora with a lot of people who couldn’t be with their family on Christmas – like us. We shared diner together and played some games. When the clock stroke twelve at midnight we sang Christmas songs and experienced in each other the family that we miss.

Regarding missionary work, we experienced that community is an important factor, which we also experienced in many of the other encounters we had during our journey. It was inspiring to see the care that people feel for each other, and to see how others feel Gods care in prayer. We saw Gods blessing flow out when we prayed and when people welcomed us. For us this shows Gods presence, His kingdom here on earth.